• Telefoon: +31 (0)493 - 314860

Anti decubituskussens

Tonen als Foto-tabel Lijst

Producten 1-12 van 27

Van hoog naar laag sorteren
per pagina
Pagina
Tonen als Foto-tabel Lijst

Producten 1-12 van 27

Van hoog naar laag sorteren
per pagina
Pagina

Decubitus (doorligwonden) en andere vormen van huidletsel

Decubitus wordt veroorzaakt door druk- en schuifkrachten. Decubitus wordt ingedeeld in vier categorieën. Letsel door incontinentie (incontinentie dermatitis) wordt veroorzaakt door urine en/of feces.
Smetten (intertrigo) wordt veroorzaakt door huid op huid contact in de plooien, de aanwezigheid van warmte en vocht en onvoldoende luchtcirculatie.
Skin tears wordt veroorzaakt door wrijving of wrijving in combinatie met schuifkrachten.

Decubitus

Decubitus is een beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht. Decubitus ontwikkelt zich als gevolg van de reactie op externe druk en schuifkrachten.

Druk

Druk (ook wel ‘normaalkracht’ genoemd) is de kracht, loodrecht op de huid en onderliggende weefsels.
Als deze druk hoog is, klemmen bloedvaten af, waardoor de huid en het weefsel daaronder onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgen. Hierdoor worden afvalstoffen niet goed afgevoerd en ontstaat een beschadiging van het weefsel. De druk neemt toe met de diepte van het weefsel: ter hoogte van de huid is deze het laagst en het hoogst ter hoogte van het onderliggend botweefsel. Dit is één van de redenen waarom in diepe weefsels uitgebreide beschadigingen kunnen optreden, zonder dat de huid wordt aangetast. Bovendien is de huid mechanisch sterker dan de dieper gelegen weefsels en beter in staat om perioden van onvoldoende bloedtoevoer (ischemie) te doorstaan. Kortdurende hoge druk kan net zoveel gevolgen hebben als langdurige lage druk. Spierweefsel is gevoeliger voor schade dan huidweefsel.

Schuifkrachten

Een ‘schuifkracht’ is een kracht parallel aan het huidoppervlak. Wanneer twee oppervlakken in contact met elkaar zijn, kunnen ze of vast zitten (de oppervlakken glijden niet ten opzichte van elkaar) of ze kunnen langs elkaar glijden (soms ook ‘slip’ genoemd). Of er sprake is van vast zitten of ‘slip’ hangt af van de eigenschappen van het oppervlak en van de mechanische belasting, een combinatie van normaal- en schuifkrachten. In technische toepassingen wordt de term ‘wrijving’ gebruikt om alle fenomenen te beschrijven die het glijden van oppervlakken ten opzichte van elkaar beïnvloeden. In decubitusliteratuur, inclusief de richtlijn, wordt ‘wrijving’ gebruikt om de contactkracht parallel aan het huidoppervlak, in het geval van glijden, te definiëren (d.w.z. glijden van oppervlakken ten opzichte van elkaar).

Combinatie van druk- en schuifkracht

Een ondersteunende ondergrond, zoals een rolstoelkussen of een matras, kunnen zowel druk als schuifkrachten op het lichaam uitoefenen. De combinatie van schuifkracht en druk doet de kans op decubitus zeer sterk toenemen. Speciale anti-decubitus kussens of anti-decubitus matrassen zorgen ervoor dat het risico juist verminderd.

Decubitus categorieën

Categorie 1

Niet-wegdrukbare roodheid. Normaal gesproken wordt de huid wit als je erop drukt. Bij categorie I decubitus gebeurt dit niet. We noemen dit niet-wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Soms gaat dit verschijnsel samen met een verkleuring van de huid, warmte, zwelling of verharding. Bij cliënten met een lichte huidskleur zie je de roodheid vaak duidelijk, bij een donkere huidskleur is dit soms lastiger. De huid toont dan paarsig of blauw, maar vaak kun je ook voelen dat de huid warm is en geeft de cliënt pijn aan. Als je met een vinger op de huid drukt, wordt deze wit vanwege de druk op de bloedvaten. Na het weghalen van de druk kan het bloed weer door de bloedvaten stromen en komt de kleur terug. Bij niet-wegdrukbare roodheid reageert de huid niet op druk, door een beschadiging van de bloedvaten. Met de juiste maatregelen kan deze schade weer worden herstelt. Daarna reageert de huid weer ‘normaal’.

Categorie 2

Verlies van een deel van de huidlaag of blaar. Bij decubitus van de tweede categorie zie je een glimmende of droge oppervlakkige open wond met een rood, roze wondbodem zonder wondbeslag (geel of zwart weefsel). Een deel van de lederhuid (dermis) is verdwenen. Ook een blaar gevuld met vocht (serum) en/of bloed behoort tot de tweede categorie. Zowel een intacte als open of gescheurde blaar.

Categorie 3

Verlies van een volledige huidlaag. Bij decubitus categorie III is een hele huidlaag weggevallen, waardoor je het onderhuidse vet kunt zien. De spieren, botten en pezen liggen niet bloot. De diepte is afhankelijk van de plek van de wond. De neusbrug, de oren, het achterhoofd en de enkels hebben geen vetweefsel, waardoor de wond oppervlakkig is. Op plekken van het lichaam met veel vetweefsel kan de wond juist veel dieper zijn. Bij sommige categorie III-plekken zie je wondbeslag (geel of zwart weefsel) of ondermijning of ondertunneling. Bij deze laatste is er sprake van een gang(etje) onder de huid door; de wond is dan groter dan je op het eerste oog ziet. Daarom is het belangrijk om een wond ook te bevoelen.

Categorie 4

Verlies van een volledige weefsellaag. Soms is de huid zover aangetast dat je de onderliggend bot, pezen of spieren kunt zien. In dat geval is er sprake van categorie IV. Hoe diep de wond is, hangt ook in deze categorie af van de plek van de wond. Meestal is de wond behoorlijk diep. Bij decubitus IV kunnen verschillende kleuren weefsel voorkomen. Rood (nieuw weefsel), geel (beslag of droge pees), wit (bot of pees) en zwart (dood weefsel, necrose). Vaak zie je ook ondermijning of ondertunneling. Deze vorm van decubitus kan zich uitbreiden in de spieren, pezen en/of gewrichten. Hierdoor kunnen botontstekingen ontstaan en verlies van pees en/of spier. Decubitus IV ontstaat soms ook met een intacte huid. Door druk bijvoorbeeld. Als iemand zit, is die druk het hoogste bij de zitbotjes. Daar gaan cellen dus ook het eerste kapot.

Smetten

Een in de grote huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige huidaandoening welke zich kenmerkt door altijd roodheid (erytheem) aan beide zijden van de plooi. Daarnaast kunnen een of meerdere van de volgende symptomen voorkomen: maceratie (verweking), fissuren (scheurtjes), erosies, een nattende huid of korstvorming. Smetten (intertrigo) wordt veroorzaakt door huid-op-huid-contact in de plooien, de aanwezigheid van warmte en vocht en onvoldoende luchtcirculatie.

Smetten wordt ingedeeld naar verschijningsvorm

Smetten kenmerkt zich door een licht rode, intacte huid tot een felrode, glanzende, intacte huid. De zorgvrager kan klagen over jeuk en een schrijnend/branderig gevoel.
Smetten met een nattende huid kenmerkt zich door een felrode, nattende en kapotte (erosieve) huid en verweking (maceratie). De zorgvrager kan klagen over jeuk en een schrijnend/branderig gevoel. Er kan een scherpe rode wondlijn (fissuur) zichtbaar zijn op de breuklijn van de ene helft van de huidplooi en de andere helft.
Smetten met een geïnfecteerde huid Naast de kenmerken van smetten zoals hiervoor beschreven kunnen een of meerdere van de volgende klinische verschijnselen zichtbaar zijn: pustels (puistjes), natten, geel/groen exsudaat, randschilfering, satelliet laesies (‘eilandjes voor de kust), felrode huid, pus, korstvorming en een onaangename geur. Deze verschijningsvormen zijn niet per se opvolgend. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling van smetten niet progressief hoeft te verlopen.

Skin tears

Skin tears = scheur in de huid, ook wel huidflap genoemd. Skin tears zijn wonden die meestal op armen en benen van oudere volwassenen ontstaan als gevolg van wrijving of wrijving in combinatie met schuifkrachten. De bovenlaag van de huid (epidermis) komt los van de onderlaag van de huid (dermis), of zowel de bovenlaag als onderlaag komt los van de onderliggende structuren. Oudere volwassenen hebben vaak een dunne kwetsbare huid, maar ook door medicijnen kan de huid kwetsbaar worden.

Er zijn drie categorieën te onderscheiden:

Categorie 1

Skin tears zonder weefselverlies. Er is geen huid verloren gegaan, De wondranden kunnen nog tegen elkaar aangelegd worden.

Categorie 2

Skin tears met gedeeltelijk weefselverlies. Er is huid verloren gegaan. De wondranden sluiten niet meer aan.

Categorie 3

Skin tears waarbij de volledige epidermale (opperhuid) flap is verdwenen. De losse huid is er helemaal af.

Bron: Landelijke multidisciplinaire richtlijn Decubitus preventie en behandeling, V&VN, 2011